Terneuzen
English
    
    
Usage notes
    
This southern part of Zeeland is isolated from the rest of the Netherlands, except via the Western Scheldt Tunnel, but has a land border with Belgium.
Dutch
    
    Etymology
    
First attested as nose in 1340. Compound of an inflected form of te (“at”) and Middle Dutch nose (“headland, spit”).
See also Zealandic Neuzen.
Pronunciation
    
- IPA(key): /tɛrˈnøː.zə(n)/
- Audio - (file) 
- Hyphenation: Ter‧neu‧zen
- Rhymes: -øːzən
Proper noun
    
Terneuzen n
- A city and municipality of Zeeland, Netherlands.
- Meronyms: Altena, Axel, Biervliet, Boerengat, Bouchauterhaven, De Knol, De Muis, De Ratte, De Sluis, De Sterre, Drieschouwen, Driewegen, Fort Ferdinandus, Griete, Hasjesstraat, Hoek, Hoek van de Dijk, Isabellahaven, Kamperse Hoek, Kijkuit, Klein Gent, Koewacht, Kwakkel, Magrette, Mauritsfort, Molenhoek, Nieuwe Molen, Nieuwlandse Molen, Oude Molen, Oude Polder, Overslag, Paradijs, Passluis, Philippine, Poonhaven, Posthoorn, Reedijk, Reuzenhoek, Rode Sluis, Sas van Gent, Schapenbout, Sint Andries, Sluiskil, Spui, Steenovens, Stroodorpe, Vaartwijk, Val, Waterhuis, Westdorpe, Wulpenbek, Zaamslag, Zaamslagveer, Zandplaat, Zandstraat, Zuiddorpe, Zwartenhoek
 
Derived terms
    
- Terneuzenaar
- Terneus
References
    
- van Berkel, Gerard; Samplonius, Kees (2018), “terneuzen”, in Nederlandse plaatsnamen verklaard (in Dutch), Mijnbestseller.nl, →ISBN
    This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.