strekken

From Middle Dutch strecken.

• IPA^(key): /ˈstrɛ.kə(n)/

• Audio

  (file)

• Hyphenation: strek‧ken
• Rhymes: -ɛkən

strekken

1. (intransitive) to stretch, to extend, to reach

   Hun macht strekte tot het Zwarte Woud.

   Their power extended to the Black Forest.

2. (transitive) to reach, to extend, to stretch

   Hij strekte zijn arm en vervolgens zijn been.

   He extended his arm and after that his leg.

3. (transitive) to serve, to accommodate [+ tot (object)]

   De overeenkomst strekt tot voordeel van beide partijen.

   The agreement serves the benefit of both parties.

   Uw vriendelijke inleiding strekt tot eer.

   Your kind introduction serves [as an] honor.

4. (transitive) to serve (someone) with (something) [+ tot (object) = with]

   Dat je dat zegt, strekt mij tot eer.

   You saying that serves me [with/as an] honor.

5. (intransitive) to suffice, to last, to serve, to accommodate

   Deze aanbieding geldt zolang de voorraad strekt.

   This offer applies as long as stocks last.

• uitstrekken

• Afrikaans: strek

• strekket

strekken m or n

1. definite masculine singular of strekk

• strekket

strekken m or n

1. definite masculine singular of strekk