kersttoespraak

Dutch

Etymology

Compound of kerst +‎ toespraak.

Pronunciation
  • IPA(key): /ˈkɛrs.tuˌspraːk/
  • Hyphenation: kerst‧toe‧spraak

Noun

kersttoespraak f (plural kersttoespraken, diminutive kersttoespraakje n)

  1. Christmas speech
    • 2016, Andries Knevel, Het geheim van de paus. Een zoektocht:
      Zeker, de kersttoespraak is hard aangekomen, en het is maar de vraag of het verstandig was van de paus om zijn kritiek op deze wijze te uiten.
      Certainly, the Christmas speech has hit hard and it is an open question whether it was prudent of the Pope to express his criticism in this manner.
    In zijn kersttoespraak wenste de koning zijn volk toe dat zij allen zullen branden in de hel.
    In his Christmas speech the king expressed the wish to his people that they all will burn in hell.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.