verduidelijkt

Dutch

Pronunciation

  • (file)

Verb

verduidelijkt

  1. second- and third-person singular present indicative of verduidelijken
  2. (archaic) plural imperative of verduidelijken

Participle

verduidelijkt

  1. past participle of verduidelijken

Declension

Inflection of verduidelijkt
uninflected verduidelijkt
inflected verduidelijkte
positive
predicative/adverbial verduidelijkt
indefinite m./f. sing. verduidelijkte
n. sing. verduidelijkt
plural verduidelijkte
definite verduidelijkte
partitive verduidelijkts
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.