zelfbewust

Dutch

Etymology

From zelf + bewust.

Pronunciation

  • (file)

Adjective

zelfbewust (comparative zelfbewuster, superlative meest zelfbewust or zelfbewustst)

  1. self-conscious

Inflection

Inflection of zelfbewust
uninflected zelfbewust
inflected zelfbewuste
comparative zelfbewuster
positive comparative superlative
predicative/adverbial zelfbewustzelfbewusterhet zelfbewustst
het zelfbewustste
indefinite m./f. sing. zelfbewustezelfbewusterezelfbewustste
n. sing. zelfbewustzelfbewusterzelfbewustste
plural zelfbewustezelfbewusterezelfbewustste
definite zelfbewustezelfbewusterezelfbewustste
partitive zelfbewustszelfbewusters
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.